Mineralen

Mineralen zijn anorganische stoffen die essentieel zijn voor het behoud van verschillende lichaamsfuncties. Ze spelen een belangrijke rol bij het ondersteunen van de gezondheid van de botten, het reguleren van de vochtbalans, het overbrengen van zenuwimpulsen en vele andere fysiologische processen. In tegenstelling tot vitamines worden mineralen niet door levende organismen geproduceerd en moeten ze via de voeding worden verkregen.

Er zijn twee hoofdtypen mineralen: macromineralen en sporenelementen. Macromineralen, zoals calcium, kalium en magnesium, zijn in grotere hoeveelheden nodig, terwijl sporenelementen, zoals ijzer, zink en selenium, in kleinere hoeveelheden nodig zijn.

Mineralen zijn te vinden in een grote verscheidenheid aan voedingsmiddelen. Hier zijn enkele voorbeelden van voedingsmiddelen die rijk zijn aan mineralen:

• Calcium: zuivelproducten, bladgroenten, verrijkte plantaardige melk en tofu.
• Kalium: bananen, aardappelen, avocado's en spinazie.
• IJzer: rood vlees, gevogelte, peulvruchten en verrijkte granen.
• Magnesium: noten, zaden, volle granen, bladgroenten en pure chocolade.
• Zink: oesters, rood vlees, gevogelte, bonen en noten.